De coronapandemie en de oorlog in Oekraïne laten zien dat grondstoffen en essentiële producten schaars kunnen worden. De Algemene Rekenkamer heeft in kaart gebracht welke strategische buffers de Nederlandse rijksoverheid aanhoudt en of deze aanwendbaar zijn als de nood aan de man is.
Van aardolie, medicijnen, medische hulpmiddelen en contant geld zijn er operationele en strategische voorraden, constateert de Rekenkamer. De rijksoverheid kiest ervoor om geen strategische voorraad van gas en voedsel aan te houden. Daarnaast is er weinig vooruitgang geboekt met het aanwijzen van nationale reserves van grondwater.
Voedsel
Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) heeft in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland en Zwitserland geen strategische voedselvoorraad die ingezet kan worden bij een voedselcrisis. Nederland kan volgens onderzoek van Wageningen University & Research zelf voldoende voedsel produceren. Toch zijn er wel degelijk situaties denkbaar, zoals grote droogte of overstromingen, die de voedselproductie moeilijk of zelfs onmogelijk maken. Enkele jaren geleden heeft het Ministerie van LNV een begin gemaakt met het schrijven van een handboek voedselzekerheid en een convenant over voedseldistributie tussen overheid en markt. Over de eerste voedselnoodhulp bestaat volgens het onderzoek van de Rekenkamer veel onduidelijkheid: de rijksoverheid, veiligheidsregio’s en gemeenten hebben een taak, maar wie precies wat moet doen op welk moment is niet concreet gemaakt. Volgens het ministerie moet er nog veel gebeuren om de crisisgereedheid echt op orde te krijgen.
Water
Drinkwaterbedrijven zijn wettelijk verplicht diverse voorzieningen te treffen voor noodgevallen. In aanvulling hierop wijzen Provincies zogeheten aanvullende strategische voorraden aan om de drinkwatervoorziening tot 2040 te waarborgen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft daarnaast sinds 2014 zichzelf het doel gesteld nationale grondwaterreserves aan te wijzen. Deze reserves zijn bedoeld voor de drinkwatervoorziening na 2040 en grootschalige calamiteiten. De Rekenkamer constateert in het onderzoek dat er weinig vooruitgang is geboekt met het concreet aanwijzen van deze reserves. Op jaarbasis is er in Nederland voldoende (drink)water, maar regionaal of afhankelijk van het seizoen kunnen tekorten ontstaan.